De Nationale Partij Suriname (NPS) waarschuwt kiezers voor een golf van valse beschuldigingen die in aanloop naar de verkiezingen op 25 mei worden verspreid. Aanleiding voor de reactie is een anonieme video die momenteel circuleert op sociale media, waarin wordt beweerd dat Suriname door toedoen van de NPS USD 900 miljard zou zijn misgelopen bij de afbakening van de zeegrens met buurland Guyana.

Volgens de partij zijn deze aantijgingen onjuist en politiek gemotiveerd. “We merken dat tegenstanders proberen de snelst groeiende partij in diskrediet te brengen met verdraaiingen van de feiten,” aldus het Johan Adolf Pengel Instituut van de NPS in een verklaring namens de werkgroep Planning & Ontwikkeling.

De NPS wijst erop dat het grensgeschil tussen Suriname en Guyana al meer dan een eeuw bestaat, en dat de maritieme kwestie uiteindelijk voorgelegd werd aan het Zeerecht Tribunaal van de Verenigde Naties (UNCLOS). In 2004 begon het officiële proces, nadat de Surinaamse marine in 2000 een boorschip van CGX uit het betwiste gebied had verdreven. De regering onder president Ronald Venetiaan stelde een team van vooraanstaande juristen en internationale experts aan om Surinames positie te verdedigen.

Het vonnis van 2007 bepaalde een grenslijn op basis van internationaal erkende principes, waaronder de zogeheten “equidistante lijn”. Daarbij werd ook officieel bevestigd dat de volledige breedte van de Corantijnrivier tot Surinaams grondgebied behoort.

De NPS benadrukt dat het vonnis in het voordeel van Guyana uitviel, maar dat de uiteindelijke afbakening beide landen in staat stelde om offshore exploraties te starten. “De meeste olievelden van Guyana, waaronder Liza en Payara, liggen buiten het gebied dat Suriname ooit claimde,” stelt de verklaring. “Aan de grenszijde met Suriname zijn voornamelijk gasvondsten gedaan.”

De partij weerspreekt daarom krachtig dat Suriname inkomsten zou zijn misgelopen als gevolg van haar beleid. “Integendeel, door het duidelijk vaststellen van de grenslijn konden zowel Suriname als Guyana exploratiecontracten sluiten. Suriname zal in 2028 een belangrijke olieproducent zijn, mede dankzij de stappen die onder de NPS-regering zijn genomen.”

Tot slot benadrukt de partij dat het beleid steeds in overleg met coalitiepartners is gevoerd en dat haar ministers, zoals Gregory Rusland van Natuurlijke Hulpbronnen, actief hebben bijgedragen aan het stimuleren van offshore-exploratie door Staatsolie.